Oesterparken Halewyck
|
Oesterparken "Halewyck & Cie"(1935-1973/1991)
|
<googlemap lat="51.273463" lon="2.987141" zoom="9" width="300" height="300" type="satellite" selector="yes" icon="http://www.googlemapsmarkers.com/v1/4abeec/"> 51.228810, 2.932519, Eerste park "Halewyck & Cie" aan de Esplanadestraat (1935-WO II)
51.145180, 2.732938, Oesterpark "Halewyck & Cie" in Nieuwpoort (ca. 1955-1974)
51.231890, 2.950670, Oesterpark "Halewyck & Cie" in Spuikom (1935-1973)
51.228708, 2.933314, Tweede Oesterpark "Halewyck & Cie" aan Esplanadestraat (ca. 1951-1953/1991)
51.330634, 3.193617, Oesterpark "Halewyck & Cie" in Zeebrugge (voor 1940-WO II)
</googlemap> |
Hedendaagse kaart van Oostende en Nieuwpoort, met de ligging van de voormalige oesterparken van "Halewyck & Cie"
|
Rond ca. 1931 liet Raoul Halewyck de oesterputten van de "N.V. Les Produits Maritimes" in Nieuwpoort over aan Adelson Fagnard, die ook de "N.V. Huîtrière et Viviers de Lombardsyde" in dezelfde stad uitbaatte. Halewyck zelf trok opnieuw richting Oostende, waar hij de firma "N.V. Huîtrières et Poissonneries Réunies" uit de grond stampte.[1] Bij akte van 7 november 1935 werd de naam van deze firma echter veranderd in "Halewyck & Cie".[2]
I. Situatie voor WO II (1935-WO II)
A. Eerste park "Halewyck & Cie" aan de Esplanadestraat in Oostende (1935-WO II)
- Opvolger van "N.V. Huîtrières et Poissonneries Réunies"
<linkedimage>
img_src=Image:
img_width=250
tooltip=Vernielingen "Halewyck & Cie" in de Esplanadestraat, 1945
img_alt=Vernielingen "Halewyck & Cie" in de Esplanadestraat, 1945
exlink=http://www.vliz.be/vmdcdata/photogallery/sea.php?album=3278&pic=61080
B. "Halewyck & Cie" in de Oostendse Spuikom (1935-WO II)
1934: Start
In 1934 begon de firma "N.V. Huîtrières et Poissonneries Réunies", samen met enkele andere firma’s met proeven voor integrale oesterkweek in de Oostendse Spuikom. Deze integrale oesterkwekerij was iets nieuws, want tot nu toe hadden de Belgische oestertelers zich hoofdzakelijk bezig gehouden met het vetten en zuiveren van jonge Engelse oesters in het brakke Belgische zeewater. Rond 1922 was echter een epidemie uitgebroken in de Engelse oesterkwekerijen, waardoor de bevoorrading van onze gebieden in het gedrang kwam. Tijdens deze periode van Belgische inactiviteit profileerden de Zeeuwse kwekers zich steeds sterker en namen ze een overheersende positie in op de Europese oestermarkt.[1] De Belgische regering probeerde dit tegen te gaan en wou de industrie in de eerste plaats onafhankelijk maken van de buitenlandse oesterinvoer. Vanaf 1933 liet de Bestendige Commissie voor Zeevis en Oestercultuur dan ook testen uitvoeren om de geschiktheid van onze wateren voor de integrale oesterkweek, waarbij de oesters hun volledige levenscyclus in Belgische wateren zouden doorbrengen, vast te stellen.[6] Gronden werden ter beschikking gesteld aan zij die dergelijke proeven wilden ondernemen.[7] In Nieuwpoort gingen de firma's "Vlaming en Nollet" en "N.V. Ostrea" aan de slag in de Vlotkom, terwijl verschillende kwekers in Oostende hun kans waagden in de Spuikom. Ook Raoul Halewyck deponeerde, samen met zijn medewerker Wandels, een kleine hoeveelheid volwassen oesters in het moeilijk verversbare water van de ca. 84 hectare grote Spuikom in Oostende. In tegenstelling tot wat men verwachte, bleken de oesters goed te aarden in deze omgeving: de dieren groeiden tijdens het eerste jaar flink aan en plantten zich ook voort in het water. Dit oesterbroed bleek bovendien makkelijk vangbaar, waarna het op een geschikte ondergrond aangebracht werd en zich verder kon ontwikkelen.[1] Deze proeven werden in 1935 verdergezet door dezelfde firma, die vanaf dan echter de naam "Halewyck & Cie" zou dragen. Ook de firma "N.V. Ostrea" begon in 1933 trouwens op kleine schaal met de oesterkweek in de Spuikom.
1935: Schaalvergroting
<linkedimage>
img_src=Image:
img_width=175
tooltip=Een werknemer van "Halewyck & Cie" aan de slag met de dakpannen met oesterbroed in de Spuikom.
img_alt=Een werknemer van "Halewyck & Cie" aan de slag met de dakpannen met oesterbroed in de Spuikom.
exlink=http://www.vliz.be/vmdcdata/photogallery/sea.php?album=3278&pic=61311
<linkedimage>
img_src=Image:
img_width=300
tooltip=De met jonge oesters bedekte pannen uit het water gehaald.
img_alt=De met jonge oesters bedekte pannen uit het water gehaald.
exlink=http://www.vliz.be/vmdcdata/photogallery/sea.php?album=3278&pic=61312
1936-1937: Tegenvallende resultaten
De resultaten in 1936 en 1937 vielen echter tegen. Onguur weer, de overdadige groei van schadelijk zeegras, maar vooral de aanwezigheid van verschillende oesterkwekers in de Spuikom maakten de situatie moeilijk.[10] Elke teler hield er immers andere ideeën op na op vlak van technieken en volgde een ander schema voor waterverversing. Dit laatste gebeurde toen trouwens via de Noord-Ede, aangezien het beheer van de sluizen tot in de jaren 60 in handen van de overheid bleef.[5] Deze manier van werken was zeer schadelijk voor de voortplanting van de oesters, aangezien de oesterlarven niet bestand waren tegen de temperatuurverschillen die veroorzaakt werden door het constante in- en uitvloeien van het water. Toch besloot de Bestendige Commissie voor Zeevis en Oestercultuur aan het einde van dit jaar dat, op basis van alle onderzoeksresultaten sinds 1934, de integrale oesterkweek in onze wateren zeker mogelijk was en dus aangemoedigd moest worden.[1]
1938-1940: Hoopgevende resultaten
<linkedimage>
img_src=Image:
img_width=300
tooltip=De oesters van "Halewyck & Cie" op de grond in de Spuikom, net voor de Duitse bezetters deze lieten leeglopen in januari 1941.
img_alt=De oesters van "Halewyck & Cie" op de grond in de Spuikom, net voor de Duitse bezetters deze lieten leeglopen in januari 1941.
exlink=http://www.vliz.be/vmdcdata/photogallery/sea.php?album=3278&pic=61077
C. "Halewyck & Cie" in Zeebrugge (voor 1940-WO II)
Voor 1940 opende "Halewyck & Cie" ook een oester- en kreeftenput in Zeebrugge.[5] Dit park was gelegen aan de Havengeulstraat, maar kende slechts een korte levensspan. Tijdens WO II werd deze kwekerij vernietigd en nadien werd ze niet opnieuw opgebouwd.[12]
II. Situatie na WO II (ca. 1945-1973/1991)
A. Tweede park "Halewyck & Cie" aan Esplanadestraat in Oostende (ca. 1951-1953/1991)
- Opvolger van oesterpark "A. Rau et Fils"
<linkedimage>
img_src=Image:
img_width=250
tooltip="Halewyck & Cie" aan de Esplanadestraat, na WO II
img_alt="Halewyck & Cie" aan de Esplanadestraat, na WO II
exlink=http://www.vliz.be/vmdcdata/photogallery/sea.php?album=3278&pic=61110
B. "Halewyck & Cie" in de Oostendse Spuikom (ca. 1956-1973)
Herstel (1945-1956)
Van 17 tot 23 januari 1941 lieten de Duitse bezetters de Oostendse Spuikom volledig leeglopen. Vervolgens werd een dijk aangelegd en werd de gehele kom omgevormd tot een basis voor watervliegtuigen. Deze leegloop, in combinatie met een strenge vorst, zorgden ervoor dat de vruchten van jarenlange inspanningen en investeringen van “Halewyck & Cie” in sneltempo verloren gingen. In totaal werden ongeveer 1,8 miljoen oesters vernietigd door deze ingreep.[1] Onmiddellijk na het einde van de Tweede Wereldoorlog begon Raoul Halewyck met de heropbouw van zijn installaties in de Spuikom.[5] In de loop van de winter van 1944-1945 ging de firma weer van start, al ging het toen louter nog om het ‘parkeren’ van ingevoerde oesters in onze wateren. Vooraleer namelijk sprake kon zijn van een nieuwe poging tot integrale oestercultuur in dit bassin, moest het werk van de Duitsers ongedaan gemaakt worden.[14] Voor Raoul Halewyck betekende dit het begin van een lange campagne waarin hij de nationale, provinciale en gemeentelijke overheden probeerde te overtuigen van het belang van de oesterindustrie.[15] In 1956 haalde hij eindelijk zijn slag thuis: de door de Duitsers aangelegde afsluitdijk werd verwijderd door het Ministerie van Openbare Werken. Bovendien werden ook de sluizen hersteld, waardoor de noodzakelijke verversing van het zeewater in de kom weer mogelijk werd.[7]
Nieuwe kweekmethoden (1956-begin jaren 60)
<linkedimage>
img_src=Image:
img_width=250
tooltip=Oesters op stokken geplakt.
img_alt=Oesters op stokken geplakt.
exlink=http://www.vliz.be/vmdcdata/photogallery/sea.php?album=3278&pic=61314
<linkedimage>
img_src=Image:
img_width=250
tooltip=Oesters op stokken geplakt.
img_alt=Oesters op stokken geplakt.
exlink=http://www.vliz.be/vmdcdata/photogallery/sea.php?album=3278&pic=61315
Biotoop voor biologisch onderzoek (begin jaren 60-1973)
<linkedimage>
img_src=Image:
img_width=350
tooltip=Bassin gelé (février 1963): plates-formes avec la partie supérieure des madriers et les perches supportant les bâtons. Glace suffisamment résistante pour supporter:
B - Une camionette (1.100 kg) circulant entre le bord et le centre du bassin chargée à chaque voyage de 30 à 40 bâtons couverts d'huîtres mortes (350-400 kg), d'un chauffeur et d'un convoyeur (150 kg.). Poids total: environ 1.600 kg.
img_alt=Bassin gelé (février 1963): plates-formes avec la partie supérieure des madriers et les perches supportant les bâtons. Glace suffisamment résistante pour supporter:
B - Une camionette (1.100 kg) circulant entre le bord et le centre du bassin chargée à chaque voyage de 30 à 40 bâtons couverts d'huîtres mortes (350-400 kg), d'un chauffeur et d'un convoyeur (150 kg.). Poids total: environ 1.600 kg.
exlink=http://www.vliz.be/wetenschatten/beeldbank.php?album=3281&pic=60940
Op 26 mei 1959 werd door de overheid een werkgroep ‘Oestercultuur’ opgericht, die onder leiding van Eugène Leloup de meest geschikte plaatsen voor integrale oesterkweek aan de Belgische kust moest opsporen en de reële mogelijkheden van die locaties in kaart moest brengen. Er kwamen uiteindelijk vier plaatsen in aanmerking: het Zwin, de wateren tussen Zeebrugge en Blankenberge, het Handelsdok te Nieuwpoort en de Spuikom te Oostende. In de daaropvolgende jaren werd de Spuikom intensief bestudeerd, maar in 1964 werden de proeven van de werkgroep wegens het emeritaat van professor Leloup en een tekort aan subsidies stopgezet. De Spuikom bleef echter een interessante biotoop voor onderzoekers als Guido Persoone en Philip Polk van het Instituut voor Zeewetenschappelijk Onderzoek (IZWO).[1] Beide onderzoekers, maar ook Eugène Leloup voor hen, werkten nauw samen met Raoul Halewyck om de oesterkweek te bevorderen. Al deze inspanningen waren echter tevergeefs: de oprukkende vervuiling van het water in de Spuikom belemmerde de goede ontwikkeling van de oesterlarven.[1] Ook de invoer van vreemd oesterbroed leverde niets op: experimenten met Japanse en Australische varianten (respectievelijk de Crassostrea gigas of 'creuse' en de platte Ostrea angasi), draaiden op een sisser uit. Bovendien werkte ook de natuur niet altijd mee. Tijdens de strenge winter van 1963 ging de oesterteelt bijvoorbeeld grotendeels verloren door het dichtvriezen van de Spuikom. De pogingen van de familie Halewyck om nog zoveel mogelijk stokken uit het ijs te kappen en in een camionette te laden die rondreed op de ijsvlakte van de Spuikom, mochten niet baten. Het verlies van deze oogst betekende een serieuze aderlating voor de firma. Uiteindelijk werden de oesterkweekproeven in de Spuikom in 1973 stopgezet. Dat jaar bracht de onderneming nog zo’n 268.555 stuks oesters op de markt, maar door de slechte waterkwaliteit was wel ongeveer 30% van het totale aantal uitgezette oesters verloren gegaan.[5]
C. "Halewyck & Cie" in Nieuwpoort (ca. 1955-1974)
- Opvolger van de oesterkwekerij "Huîtrière Nieuport-Bains"
<linkedimage>
img_src=Image:
img_width=250
tooltip=Restanten brugje oesterkweek, appartementstuin De Nautilus, Nieuwpoort (24.07.2012)
img_alt=Restanten brugje oesterkweek, appartementstuin De Nautilus, Nieuwpoort (24.07.2012)
exlink=http://www.vliz.be/vmdcdata/photogallery/sea.php?album=3278&pic=53710
<linkedimage>
img_src=Image:
img_width=250
tooltip=1976, Oesterput Nieuwpoort tijdens afbraak
img_alt=1976, Oesterput Nieuwpoort tijdens afbraak
exlink= http://www.vliz.be/vmdcdata/photogallery/sea.php?album=3278&pic=50536
III. Beeldmateriaal van de oesterputten van "Halewyck & Cie"
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: © foto JJ Soenen - S, V & C° (www.jjsoenen.be) |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
<linkedimage>
img_src=Image: |
Referenties
- ↑ 1.00 1.01 1.02 1.03 1.04 1.05 1.06 1.07 1.08 1.09 1.10 1.11 Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.
- ↑ Archief Raoul Halewyck, aandeel van de firma "Halewyck & Cie", 1935.
- ↑ L’Echo d’Ostende, 15 oktober 1932.
- ↑ Le Littoral, 24 december 1932.
- ↑ 5.0 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 Interview Georges Halewyck, 16 maart 2012.
- ↑ 6.0 6.1 De Zeewacht, 26 september 1936.
- ↑ 7.0 7.1 7.2 Van De Walle, J. (1959). De oesterteelt aan de Belgische kust, in: West-Vlaanderen Werkt 1959(3): 94-97.
- ↑ De Zeewacht, 21 november 1936.
- ↑ 9.0 9.1 Archief Dienst voor Zeevisserij (DVZ) - Vlaamse overheid: Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid, map M4II: documenten ivm. oesterkweek Oostende (mapje 48).
- ↑ Halewyck, R. (1939). Résultat des expériences de culture d'huîtres dans le Bassin de Chasse d'Ostende de 1936 à 1938, in: (1939). 2e Internationaal Congres van de Zee, Luik, 30-31 Juli en 1-2 Augustus 1939 = 2ième Congrès International de la Mer, Liège, 30-31 juillet et 1-2 août 1939. pp. 438-440.
- ↑ 11.0 11.1 Halewyck, R. (1961). Huîtres d'Ostende J. des Voyages 30: 89-90.
- ↑ Archief Raoul Halewyck: Proces-verbaal met raming van de oorlogsschade aan de installaties van de oesterput in Zeebrugge.
- ↑ Gevaert, F. (2006). De metamorfose van de haven van Oostende (Deel 9) De Plate 35(9): 236-242.
- ↑ Leloup, E.; Halewyck, R. (1949). La situation de l’ostréiculture dans le Bassin de Chasse d’Ostende de 1939 à 1948 Rapp. et Proc.-Verb. Cons. Int. Explor. Mer 128(2): 19.
- ↑ Archief Raoul Halewyck: Correspondentie ivm. herstel Spuikom 1950-1956.
- ↑ Kadastraal Archief Provincie West-Vlaanderen, eigendom Fostier (1952) en Halewyck (1957).
- ↑ Beun, J. (1988). Oester- en kreeftenkwekerijen te Nieuwpoort Bachten de Kupe 30(2): 45-51.
- ↑ Bijnens, B. (2001). Nieuwpoortse oesterputten Bachten de Kupe 43: 208-215.
Meer weten
- (1962). Endroits susceptibles de convenir pour l'ostréiculture à la côte belge. Ministère de l'Agriculture. Commission TWOZ. Groupe de Travail Ostréiculture: Ostende. 19 pp.
- Beun, J. (1988). Oester- en kreeftenkwekerijen te Nieuwpoort Bachten de Kupe 30(2): 45-51.
- Bijnens, B. (2001). Nieuwpoortse oesterputten Bachten de Kupe 43: 208-215.
- De Putter, B. (2002). Huidig en toekomstig beheer van de Spuikom, in: Mees, J. et al. (Ed.) (2002). De Oostendse Spuikom: historiek, onderzoek en perspectieven. Relaas Spuikom Studiedag 8 december 2000 Duin en Zee (Oostende). VLIZ Special Publication, 8: pp. 13-16
- Gevaert, F. (2006). De metamorfose van de haven van Oostende (Deel 9) De Plate 35(9): 236-242.
- Graf (1957). Un jardinage pas comme les autres: l'ostréiculture ostendaise Reflets du Tourisme 7(4): 40-43.
- Halewyck, R. (1936). Résultats des expériences de culture des huîtres au Bassin de Chasse d'Ostende, in: (1936). 1e Internationaal Congres van de Zee, Oostende 11, 12, 13 en 14 september 1936: verslagen = 1ier Congrès International de la Mer, Ostende, 11, 12, 13 et 14 septembre 1936: rapports. pp. 346-348.
- Halewyck, R. (1939). Résultat des expériences de culture d'huîtres dans le Bassin de Chasse d'Ostende de 1936 à 1938, in: (1939). 2e Internationaal Congres van de Zee, Luik, 30-31 Juli en 1-2 Augustus 1939 = 2ième Congrès International de la Mer, Liège, 30-31 juillet et 1-2 août 1939. pp. 438-440.
- Halewyck, R. (1961). Huîtres d'Ostende J. des Voyages 30: 89-90.
- Halewyck, R.; Hostyn, N. (1978). Oostends oesterboek: historiek van de Oostendse oesterteelt vanaf de 18e eeuw tot op heden. Oostendse Heem- en Geschiedkundige Kring "De Plate": Oostende. 68, 34 pl. pp.
- Kerckhof, F.; Haelters, J.; Gollasch, S. (2007). Alien species in the marine and brackish ecosystem: the situation in Belgian waters Aquat. Invasions 2(3): 243-257.
- Leloup, E.; Halewyck, R. (1949). La situation de l’ostréiculture dans le Bassin de Chasse d’Ostende de 1939 à 1948 Rapp. et Proc.-Verb. Cons. Int. Explor. Mer 128(2): 19.
- Leloup, E.; Van Meel, L.; Polk, P.; Halewyck, R.; Gryson, R. (1961). Recherches sur l'ostréiculture dans le bassin de chasse d'Ostende en 1960. Ministère de l'Agriculture. Commission TWOZ. Groupe de Travail Ostréiculture(s.l.). 89 pp.
- Leloup, E.; Van Meel, L.; Polk, P.; Halewyck, R.; Gryson, R. (1962). Recherches sur l'ostréiculture dans le bassin de chasse d'Ostende en 1961. Ministère de l'Agriculture. Commission TWOZ. Groupe de Travail Ostréiculture(s.l.). 57 pp.
- Leloup, E.; Van Meel, L.; Polk, Ph.; Halewyck, R.; Gryson, R. (1963). Recherches sur l'ostréiculture dans le bassin de chasse d'Ostende en 1962. Ministère de l'Agriculture. Commission TWOZ. Groupe de Travail Ostréiculture(s.l.). 58 pp.
- Leloup, E.; Van Meel, L.; Polk, Ph.; Halewyck, R.; Gryson, R. (1964). Recherches sur l'ostréiculture dans le bassin de chasse d'Ostende en 1963. Ministère de l'Agriculture. Commission TWOZ. Groupe de Travail Ostréiculture: Ostende. 48 pp.
- Leloup, E.; Van Meel, L.; Polk, Ph.; Halewyck, R.; Gryson, R. (1965). Recherches sur l'ostréiculture dans le bassin de chasse d'Ostende en 1964. Ministère de l'Agriculture. Commission TWOZ. Groupe de Travail Ostréiculture (s.l.) 58 pp.
- Leloup, E.; Van Meel, L.; Polk, Ph.; Halewyck, R.; Gryson, R. (1966). Recherches sur l'ostréiculture dans le bassin de chasse d'Ostende en 1965. Ministère de l'Agriculture. Commission TWOZ. Groupe de Travail Ostréiculture(s.l.). 59 pp.
- Leloup, E. (1970). Recherches sur l'ostréiculture dans le bassin de chasse d'Ostende en 1968 Bull. K. Belg. Inst. Nat. Wet. 46(6): 1-24.
- Leloup, E. (1971). Recherches sur l'ostreiculture dans le bassin de chasse d'Ostende pendant l'année 1969 Bull. K. Belg. Inst. Nat. Wet. 47(25): 1-16.
- Leloup, E. (1973). Recherches sur l'ostréiculture dans le bassin de chasse d'Ostende en 1970 et 1971 Bull. K. Belg. Inst. Nat. Wet. 49(10): 1-23.
- Leloup, E. (1980). Recherches sur l'ostréiculture dans le Bassin de Chasse d'Ostende en 1972 et 1973 Bull. K. Belg. Inst. Nat. Wet. 52(4): 1-13.
- Janssen, C.R.; Persoone, G. (2002). De Oostendse Spuikom: één van de best onderzochte Vlaamse wateren?, in: Mees, J. et al. (Ed.) (2002). De Oostendse Spuikom: historiek, onderzoek en perspectieven. Relaas Spuikom Studiedag 8 december 2000 Duin en Zee (Oostende). VLIZ Special Publication, 8: pp. 7-8
- Persoone, G. (1971). La pollution dans le port d'Ostende et ses répercussions sur la réproduction de l'huître plate dans le Bassin de Chasse = La pollution dans le port d'Ostende et ses répercussions sur la réproduction de l'huître plate dans le Bassin de Chasse Thalass. Jugosl. 1971: 279-294.
- Polk, P. (2002). Oesters van weleer: een historische schets van de oesterkweek in de Oostendse Spuikom, in: Mees, J. et al. (Ed.) (2002). De Oostendse Spuikom: historiek, onderzoek en perspectieven. Relaas Spuikom Studiedag 8 december 2000 Duin en Zee (Oostende). VLIZ Special Publication, 8: pp. 9-12
- Redant, F. (1997). The Belgian mollusk fisheries, in: MacKenzie Jr., C.L. et al. (Ed.) (1997). The history, present condition and future of the molluscan fisheries of North and Central America and Europe Volume 3, Europe. NOAA Technical Report NMFS, 129: pp. 101-114.
- Van De Walle, J. (1959). De oesterteelt aan de Belgische kust, in: West-Vlaanderen Werkt 1959(3): 94-97.
- De Zeewacht, 26 september 1936.
- De Zeewacht, 21 november 1936.
- De Zeewacht, 22 mei 1937.
- De Zeewacht, 25 juni 1938.
- De Zeewacht, 10 december 1938.
- L’Echo d’Ostende, 15 oktober 1932.
- Le Littoral, 24 december 1932.
- Le Littoral, 28 november 1936.
- Le Littoral, 15 mei 1937.
- Le Littoral, 8 januari 1938.
- Le Littoral, 25 juni 1938.
- Le Littoral, 17 december 1938.
- Het Visserijblad, 16 december 1939.
- Archief Raoul Halewyck.
- Archief Dienst voor Zeevisserij, Vlaamse overheid: Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid: mappen M4II en AB.
- Kadastraal Archief Provincie West-Vlaanderen: eigendom Fostier (1952) en Halewyck (1957).